heet vanaf nu
2020
07
okt
door
Ingrid Hummel
1178
0
1

Benchmarking OK: Van elkaar leren door te vergelijken

De ambitie om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de patiëntenzorg reikte voor Wianda Dijkshoorn-Albrecht op een gegeven moment verder dan het zorgen voor de individuele patiënt op OK. Na een aantal jaar als anesthesiemedewerker gewerkt te hebben, is zij de opleiding Management in de gezondheidszorg gaan volgen en operationeel manager in het RadboudUMC geworden. Momenteel is zij Projectleider van Benchmarking OK, een samenwerkingsverband tussen alle acht UMC’s in Nederland.

Wianda: In mijn jaren als operationeel manager heb ik veel geleerd over OK processen en personeelsmanagement. Een tijd waarin ik met plezier heb gewerkt aan het optimaliseren van de patiëntenzorg en het zorgen voor een fijne werkomgeving voor de OK-medewerkers. Maar waarin ik ook heb geleerd hoe complex bepaalde processen in de OK-wereld zijn, waardoor we soms geen grip krijgen op de bepaalde problemen, zoals bijvoorbeeld het personeelstekort. Het leren doorgronden van deze complexe uitdagingen was voor mij de reden om bestuurskunde te gaan studeren. Op dit moment ben ik mijn masterthesis aan het schrijven en hoop ik binnen afzienbare tijd mijn opleiding af te ronden. In mijn afstudeeronderzoek mag ik onderzoek doen naar de wijze waarop we vanuit de gedachte van ‘goed bestuur’ in tijden van schaarste en het reduceren van OK’s, komen tot een goede verdeling van OK-capaciteit. Welke keuze maakt een ziekenhuis op dit punt en wanneer kun je dan vanuit ethisch perspectief spreken van ‘het goede doen’?

Hoe is Benchmarking OK ontstaan?

Sinds 2004 is het project OK benchmarking van start gegaan. Een samenwerkingsverband tussen alle acht universitair medische centra in Nederland, onder de vlag van de NFU. Benchmarking OK is in 2004 opgezet met als doel van elkaar te leren door zowel kwalitatieve als kwantitatieve prestaties van de OK-afdelingen onderling te vergelijken. Door deze gegevens te vergelijken werd getracht te komen tot kwalitatieve verbeteringen en tot vergroting van de doelmatigheid van OK-processen.

Wat is het doel van jullie organisatie?

Het delen van kennis over de prestaties in de bedrijfsvoering van de OK-complexen is nog steeds een groot speerpunt van benchmarking OK. Naast doelmatigheid zijn ook zorgkwaliteit, arbeidskwaliteit en personeel van groot belang. Zeker in deze tijd waarin personeelstekorten, verschuiving van zorg en innovaties gespreksonderwerpen zijn. Benchmarking OK heeft de ambitie het leereffect tussen organisaties te optimaliseren, best practices te benoemen en te verspreiden en daarnaast wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. In de komende jaren zal er binnen Benchmarking OK aandacht zijn voor uiteenlopende OK-gerelateerde onderwerpen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan veranderingen in de gemiddelde operatieduur, veranderend opleidingslandschap, binden en boeien van OK-medewerkers tot aan duurzaamheid op OK. Naast het uitvoeren van onderzoek, willen we ook graag in gesprek zijn met OK-medewerkers over OK-gerelateerde onderwerpen tijdens studiemiddagen. Naast het organiseren van studiemiddagen, komt er volgend jaar ook weer een Benchmarking OK symposium. Op www.benchmarking-ok.nl vind je informatie over benchmarking OK en over de planning en thema’s van de studiemiddagen.

Kun je wat voorbeelden geven van vergelijkende onderzoeken die er tussen de UMC’s zijn gedaan?

Lizette van Veen-Berkx, de vorige projectleider voor Benchmarking OK, heeft veel onderzoek gedaan naar efficiënt gebruik van OK-tijd. Denk hierbij aan het onderzoeken van de late start, vroeg einde leegstand en de invloed van anesthesietijd op de OK- planning. Eén van de onderzoeken die Lizette heeft uitgevoerd, gaat over een voor iedereen bekend fenomeen op OK: de late start. We maken allemaal mee dat we later starten dan de geplande tijd, door welke reden dan ook. Dit onderzoek is uitgevoerd met behulp van data van alle acht umc’s uit de Benchmark database. Naast data-analyse, is gebruik gemaakt van focusgroepen om meer inzicht te krijgen in de verhalen achter de cijfers. De uitkomsten van dit onderzoek hebben geleid tot succesvolle interventies om de late start te verminderen.

Hoe komt de database met gegevens van de UMC’s tot stand?

De database is opgesteld aan de hand van de relevante registratiemomenten tijdens het perioperatieve proces. De momenten van aankomst op de holding tot vertrek naar verpleegafdeling of IC worden geregistreerd, evenals essentiële informatie zoals ASA-classificatie, anesthesietype en specialisme. Aangezien alle ziekenhuizen werken met geautomatiseerde systemen is deze informatie voorhanden, al vergt het wel goede afstemming over de definities die worden gebruikt.

Is er ook een soortgelijke benchmarking van perifere ziekenhuizen?

Er zijn in de afgelopen jaren verschillende ziekenhuizen aan de slag gegaan met benchmarken van OK- data, niet alleen de umc’s, maar ook topklinische en STZ-ziekenhuizen. Dit kan op individuele basis met oog op het optimaliseren van het eigen OK-proces, maar er zijn ook voorbeelden dat topklinische en STZ ziekenhuizen onderling vergelijken om te leren en te optimaliseren.

Wat zie jij als de grote verschillen tussen de academische centra en perifere ziekenhuizen?

In de afgelopen jaren is er veel veranderd op de OK-afdelingen in Nederland. Daar waar voorheen ZBC’s beperkt aanwezig waren, zijn ZBC’s nu een gevestigde partner in het aanbieden van OK-zorg. Dit zie je ook terug in bijvoorbeeld initiatieven om ZBC’s te betrekken bij het opleiden van OK-medewerkers.
In het aanbod van operaties op een OK-afdeling is de afgelopen jaren ook veel veranderd. Verdergaande ontwikkeling en specialisatie van chirurgische specialismen, zorgt voor nieuwe technieken en verdere verfijning op OK. Daarnaast zorgen politieke keuzes voor een veranderd speelveld. Zo wordt aan de umc’s gevraagd keuzes te maken in het academisch profiel, waardoor de zorg verschuift. Deze verschuiving vindt plaats richting andere umc’s, maar ook richting STZ-ziekenhuizen. Deze verschuiving van zorg vindt al geruime tijd plaats en ik verwacht dat dit in de komende jaren explicieter wordt en er meer landelijke expertisecentra komen voor topreferente en specialistische zorg.

Hoe zie jij de toekomst van de beroepen op de OK?

Door verschuivingen in het zorgaanbod en verschuivingen in het opleidingslandschap betekent dat de OK- beroepen ook langzaam veranderen. Een structurele verandering in het aanbod van chirurgische ingrepen betekent dat er mogelijk andere competenties gevraagd worden van OK medewerkers in STZ ziekenhuizen ten opzichte van academische ziekenhuizen. Deze verandering zorgt ervoor dat je als OK-medewerker nog bewuster kunt kiezen voor je werkomgeving. Dat is op zich niet nieuw en al gaande, maar ik verwacht dat dit nog explicieter wordt in komende jaren. Denk hierbij aan het veranderend opleidingslandschap (CZO, BMH, Hbo verpleegkunde - technische stroom, etc. ), uitwisseling van OK-medewerkers in de regio (regionale taak umc) en tussen specialismen zoals in de Covid periode met IC-verpleegkundigen en anesthesiemedewerkers.


Gebruik jij de OK Visie app al? Ja? Daar zijn we blij mee! Nog niet?
Download hem hier voor Android en iOS
Delen
0 keer gedeeld
reageer
advertentie

Ook interessant

blog
De beste zorg leveren. Dat doen we dag in, dag uit, met een grote glimlach.”
blog
Gezond werken op de OK
blog
Onze OK: Haaglanden MC
blog
De persoonlijkheid van de chirurg in kaart gebracht

Ingrid Hummel

Met mijn neus voor nieuws, enthousiasme en ervaring als operatieassistente in zowel diverse ziekenhuizen als zelfstandige behandelcentra, houd ik jullie, als redacteur van OK Visie, graag op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op ok-gebied.
Daarnaast ben ik het gezicht van 'OKteleVisie, vrouw van Martijn, trotse moeder en fanatiek gezelligheidstennisster.

bekijk al mijn blogs >
1 reactie
2020
09
okt
Ad van Outvorst

Het artikel over Benchmarking OK werpt een interessant licht over het delen van onderzoeksresultaten. Daarnaast wordt een link gelegd met het veranderen van de beroepen en daaraan gekoppelde competenties en bijbehorende leer- c.q. opleidingstrajecten. Regelmatig en ook door deze auteur, wordt gesproken over het veranderen van de benodigde competenties. Bij deze het verzoek om deze misconceptie een halt toe te roepen. Uiteraard veranderen de beroepsprofielen t.g.v. interne en externe invloeden. Echter daarmee veranderen niet per definitie de te verwerven competenties. Hoogstens verandert de complexiteit van de context en zorg en daar dienen leer- en opleidingstrajecten op aan te sluiten. Het huidige competentiemodel (CanMEDS) is een compleet, krachtig en breed (internationaal) gewaardeerd model om de (toekomstig) benodigde competenties in kaart te brengen.

reageer >