Karakter(istiek)
Dat collega teamleider WoestHaar en ik in een kleine organisatie zijn beland merken we wanneer we worden uitgenodigd door een specialist voor een avondje uit. Dat ‘we’ moet groots gezien worden. Het gehele team plus de vaste bewoners van de operatieafdeling, de anesthesiologen, zijn welkom.
De intekenlijst is snel gevuld en op de bewuste avond sta ik na werktijd tussen de collega’s van de OK voor de ingang van ons knusse ziekenhuis. Iets later dan verwacht draait een grote touringcar de parkeerplaats op. Giechelend of we op schoolreisje gaan, nemen we plaats in de bus en als we de snelweg opdraaien belanden we in de drukke spits richting Amsterdam.
De oudste anesthesioloog die als een soort reisleidster voorin is gaan zitten en met de chauffeur praat, kijkt wat onrustig op haar horloge. De afgesproken tijd gaan we niet halen. De vertraging wordt groter wanneer we de binnenstad van Amsterdam bereiken. De chauffeur is duidelijk niet bekend en van een routeplanner of een smartphone kan hij geen gebruik maken om de doodeenvoudige reden dat deze technische wondertjes toen nog niet bestonden.
Vanaf hoogte kijken we naar de rinkelende trams en toeterende auto's. De anesthesioloog staat al een poosje naast de bestuurder en wijst de rood aangelopen man keer op keer een straat waar hij niet in kan.
Dan is hij de bemoeizucht plotseling zat en springt op. De deur van de bus gaat open en voor de chauffeur het in de gaten heeft glippen zes personen langs hem heen naar buiten. De struise anesthesioloog voorop. ‘Kijk nou.’
Ik stoot WoestHaar die naast me zit aan.
‘Wat?’
‘Dat is waarom we het zo moeilijk is om leiding te geven,’ fluister ik.
‘Waarom fluister je?,’ tettert WoestHaar in mijn oor.
Ik zucht en kijk om me heen. Onze collega’s lijken geen aandacht voor ons te hebben.
‘Ik zei, ik weet nu waarom leidinggeven aan een groep professionals zo moeilijk is,’ zeg ik iets luider.
‘Hoezo?’
Snapt hij nu niets?
‘Die man is nog niet gestopt of tien procent van ons team vraagt ongevraagd de weg.’
WoestHaar duwt me achterin mijn stoel en drukt zijn neus tegen de ruit. Na een paar seconden wrijft hij de condens met zijn hand weg. Het zicht wordt er niet beter op. Dan schuift hij terug naar zijn eigen stoel.
‘Wat denk jij?’ Hij trekt één van zijn borstelige wenkbrauw op.
‘Niets.’
‘Wat denk je van mijn ontdekking dan?’ Ik wijs op de stoelen die leeg zijn. Het aantal is opgelopen. ‘Op dit moment loopt 1/5 deel van het team buiten om de weg te vragen.’
‘Zegt dit iets over ons?,’ vraagt WoestHaar. Zijn lach is luid.
Ik kijk naar hem en herken in zijn totaal ontspannen houding de Laissez Fair uit het artikel over leiderschapsstijlen dat we laatst samen lazen. ‘Vast, maar ook over het team. Ze willen het allemaal individueel oplossen,’ zeg ik.
De buschauffeur komt binnen en gaat weer achter zijn stuur zitten. Ik ontmoet zijn ogen in de spiegel en haal verontschuldigend mijn schouders op. Zijn blik glijdt nogmaals over de lege stoelen en drukt dan lang en hard op de claxon. Onze collega’s die buiten willekeurige passanten hebben aangesproken kijken verschrikt op en keren terug naar de touringcar die onhandig geparkeerd staat.
De anesthesioloog staat weer naast de chauffeur en probeert hem wederom uit te leggen hoe er gereden moet worden. De man zegt niets, gebaart met een diepe frons op zijn voorhoofd dat ze moet gaan zitten en duwt dan het gaspedaal in.
Het is inmiddels donker geworden en de rode gloed vanachter de ramen waar we langskomen dringt moeizaam door de beslagen ruiten van de bus. De specialist die ons voor zijn grachtenpand opwacht, heeft niet overdreven. Hij woont midden op de wallen. Nadat wij zijn woning en privé werkruimte hebben bewonderd neemt hij ons mee naar buiten.
Als een gids wijst hij ons langs de rode ramen de weg naar café Bern waar we, knus opeengepakt op houten banken, genieten van een Zwitserse kaasfondue.
Ik kijk om me heen en voel de vrolijke sfeer en luister naar de amicale gesprekken. Ik ben trots dat WoestHaar en ik leiding mogen geven aan dit hechte team. Ik neem me voor om me te gaan verdiepen in de rollen die er binnen een team zijn en hoe wij die als leidinggevenden kunnen inzetten. Dat in één team 20% aan ‘regelneven’ zit, lijkt me wat veel van het goede.
Gebruik jij de OK Visie app al?
Ja? Daar zijn we blij mee! Nog niet?
Download hem hier voor
Android en
iOS