Wie helpt wie?

Vakantie of niet, we houden het nieuws scherp in de gaten en als de nood hoog is gooien we er nog een blogje uit ook. Is er sprake van hoge nood? Zeker! ‘Maar niet alleen bij mij’, dacht ik toen ik een nieuwsbericht op de site van de LVO las.

‘Dringende oproep!” luidt de titel. Daar trigger ik altijd op. Het past mooi in het rijtje oproepen van de laatste tijd van de LVO. Maar deze oproep is een wel heel bijzondere en vraagt toch wel om een nadere toelichting vóóraf als je het mij vraagt en niet achteraf, zoals het nieuwsbericht beloofd.

De oproep in het kort. Een onderzoekscommissie van het MUMC doet evaluatieonderzoek - binnen het uitstroomprofiel operatieve zorg van de BMH opleiding - over het toekennen van een zelfstandige bevoegdheid voor een aantal voorbehouden handelingen en daaraan gekoppeld de verankering van het beroep BMH in de wet BIG. Het onderzoeksteam heeft nog onvoldoende data en roept de LVO! op om haar leden te motiveren deel te laten nemen aan interviews om meer data te vergaren. De LVO ziet dit als een kans om “mee te kunnen liften” richting een (experimenteertraject) BIG erkenning.

Ik viel haast van m’n strandstoel. Van verbazing en geluk tegelijkertijd. Gaat het nu echt gebeuren, gaan 2 bloedgroepen mengen? Op de site van de BMH kan ik er niets over terugvinden. Maar dat kan nog komen. Het zou een mooi affiche zijn: “BMH en LVO schieten elkaar te hulp.” Ingrid temperde mijn euforie en verwijs naar de tekst op Marktplaats waar staat ‘als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het dat meestal ook’. Ook waar.

‘Wat denk jij dan’, vroeg ik aan Ingrid terwijl ik bij Paal 17 de laatste slok van m’n Texels Skuumkoppe nam. ‘Ik denk dat je er nog één moet bestellen en van de zon moet genieten.’ Weer waar.

Onbewust nam ik toch de opties door. Ik besloot de beste optie voor waar aan te nemen. De LVO en de BMH gaan samen met de onderzoekscommissie op pad om BIG erkenning te realiseren! Ik had alleen nog geen beeld bij de praktische uitvoering. De BMH en de inservice opgeleide operatieassistenten zijn significant anders opgeleid en op een ander niveau (MBO vs HBO status). In de praktijk merk je daar niet direct iets van, ofschoon dat meer met de inrichting van de praktijksituatie te maken heeft. De handelingen die beide doen zijn echter gelijk. Maar ook dat heeft te maken met hoe BMH-ers worden ingezet. Ze zijn breder opgeleid voor het werk dat ze op dit moment aangeboden krijgen.

Of deze “overkwalificatie” het verschil gaat maken binnen het evaluatieonderzoek van het MUMC is de vraag. De kans is groot dat tijdens de geplande interviews vooral de praktische overeenkomsten tussen de verschillende groepen de nadruk krijgt, wat direct terug te voeren is op de werkplek die vaak (nog) niet BMH proof is. Het is de uitdaging voor de onderzoekcommissie om dat verschil goed in kaart te brengen en niet alleen te kijken wat de BMH-er nu doet, maar waar zij toe in staat is.

Terug naar de titel. 'Wie helpt wie?' Ik hoop dat daar door de onderzoekscommissie voorafgaand aan deze hulpvraag goed over nagedacht is, want ieder scenario waarin de één wel en de ander geen BIG erkenning krijgt, lijkt me een slechte basis voor de toekomst.


Gebruikte bron:

https://lvo.nl/nieuws/onderzoek-beroep-bmh-de-wet-big