Het optimaliseren van locoregionale anesthesietechnieken voor Fast Track orthopedische ingrepen.

Het kernelement van Fast Track-chirurgie is vroege mobilisatie. De anesthesioloog wordt hierbij uitgedaagd technieken toe te passen die voldoende pijnstilling geven en de mobilisatie niet in de weg staan. Het is belangrijk dat de gebruikte anesthesietechniek de spierkracht niet vermindert en dat er geen bijwerkingen zoals misselijkheid of sufheid optreden.

Uit de onderzoeken uitgevoerd voor het proefschrift Optimizing Locoregional Anesthesia for Fast Track Orthopedic Surgery van mevrouw M.G.E. Fenten MSc kan een aantal conclusies getrokken worden:

1) het toevoegen van een lage dosis morfine aan spinaal anesthesie bij gewrichtsvervangende chirurgie van de heup is niet geschikt voor een Fast Track-protocol

2) het toevoegen van adrenaline aan het geneesmiddel ropivacaïne verlengt de werkingsduur van een perifere zenuwblokkade niet 

3) de werkingsduur van een zenuwblokkade met het geneesmiddel mepivacaïne kan beïnvloed worden door de dosis of de concentratie aan te passen.

Ook blijkt LIA (lokale infiltratie analgesie) van de knie een veilige pijnstillertechniek. Maar een nervus femoraliskatheter geeft iets betere pijnstilling in een Fast Track-protocol voor gewrichtsvervangende chirurgie van de knie.